Als psychologie studente heb ik geleerd hoe krachtig groepsvormen kunnen zijn voor mensen met ADHD. Door onderzoek en literatuur werd het me duidelijk hoeveel impact een ondersteunende groep kan hebben.
Groepstherapie en steun van lotgenoten bieden iets unieks: het gevoel begrepen te worden zonder alles te moeten uitleggen. In een samenleving waar ADHD vaak verkeerd begrepen wordt, is dat gevoel van herkenning erg waardevol.
Groepstherapie wordt doorgaans begeleid door een professionele hulpverlener en volgt een gestructureerd programma — vaak gebaseerd op methodes zoals cognitieve gedragstherapie (CGT). Lotgenotengroepen daarentegen zijn meestal informeler en worden geleid door mensen met eigen ervaring met ADHD. Hoewel ze geen therapie bieden in de klinische zin van het woord, geven ze wel waardevolle emotionele steun en praktische tips.
In groepen speciaal voor mensen met ADHD mag dat masker eindelijk af. Je hoeft niet meer te doen alsof of alles uit te leggen — iedereen snapt het zonder dat je veel woorden nodig hebt. Alleen dat gevoel al haalt een hoop schaamte en eenzaamheid weg. En het is niet alleen een fijn idee: het werkt echt. Onderzoek, zoals dat van Vidal et al. (2015) bij tieners en López-Pinar et al. (2023) bij volwassenen, laat zien dat cognitieve gedragstherapie (CGT) in groep de ADHD-symptomen met 30 tot 40% kan verminderen bij jongeren, en vaak nog meer bij volwassenen.
Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een vorm van gesprekstherapie die helpt begrijpen hoe gedachten en gevoelens ons gedrag beïnvloeden, zodat mensen gezondere manieren leren om met moeilijkheden om te gaan.
Een van de mooiste dingen? Je gaat naar huis met praktische tips die écht werken, gedeeld door mensen die precies weten hoe het is om met een druk hoofd te leven. Denk aan tijdsblokken plannen, herinneringen instellen op je telefoon of eindelijk die stapel papieren op de keukentafel opruimen. Zulke ideeën blijven hangen omdat ze komen van mensen die hetzelfde meemaken.
In tegenstelling tot therapiegroepen zijn lotgenotengroepen minder gestructureerd en richten ze zich meer op wederzijdse uitwisseling dan op begeleide interventies. Toch zijn de voordelen reëel — van het normaliseren van moeilijkheden tot het aanreiken van bruikbare strategieën voor het dagelijks leven.
Maar het gaat niet alleen om handige trucs: groepstherapie biedt ook emotionele tools die je helpen rust te vinden. Veel groepen werken met mindfulness, stressvermindering of manieren om die negatieve gedachten een halt toe te roepen op moeilijke dagen (López-Pinar et al., 2023). Omdat ADHD sociale situaties soms wat ingewikkelder maakt, oefenen groepen ook vaak op duidelijk communiceren, conflicten aanpakken of hulp vragen zonder schuldgevoel (Miranda et al., 2017).
Deze groepen zijn geen one-size-fits-all: ze passen zich aan elke levensfase aan. Voor jonge kinderen worden ouders vaak betrokken, zodat zij leren hoe ze hun kind thuis beter kunnen ondersteunen. Tienergroepen richten zich dan weer op schoolstress, vriendschappen en identiteit. Bij volwassenen draait het vaker om werkstress, lange termijn plannen of relaties. En dat is geen vage tip: instanties zoals het CDC, de APA en NICE bevelen groepsbehandelingen officieel aan als deel van de ADHD-zorg (CDC, 2024; APA, 2002; NICE, 2018).
Uiteindelijk is groepstherapie zoveel meer dan alleen symptoombestrijding. Het is een plek waar je een klein clubje vindt dat je niet ‘te veel’ of ‘te chaotisch’ vindt. Je zit samen, praat, luistert… en merkt: ik ben niet alleen. Als jij of iemand die je dierbaar is op zoek is naar een extra duwtje in de rug bij ADHD, dan is dit misschien wel het teken om een groep te proberen. Het kan zomaar de plek zijn waar je je eindelijk begrepen voelt — en samen leert hoe je het leven een stukje lichter maakt.